sfeer

{{sfeer}}{{/term}}

1 [stemming; karakteristieke eigenschap] ambiance 〈v.〉⇒ atmosphère 〈v.〉

2 [gebied op, rond de aarde; ook figuurlijk] sphère 〈v.〉

♦voorbeelden:

1   er is een gebrek aan sfeer • ça manque d'ambiance

     er hangt hier een bedompte sfeer • l'air est irrespirable

     een stad met een heel eigen sfeer • une ville avec une atmosphère bien particulière

     een vriendschappelijke sfeer • une ambiance amicale

     een sfeer uitademen van … • respirer une atmosphère de …

     de sfeer verpesten • empoisonner l'atmosphère

     hij zei iets in de sfeer van … • il a dit qc. dans le goût de …

2   sferen van de dampkring • couches de l'atmosphère

     in hogere sferen zijn • être dans les hautes sphères; 〈schertsend〉 être dans les nuages

     de hogere sferen van de politieke wereld • les hautes sphères de la politique

     iets in de persoonlijke sfeer trekken • porter qc. sur le plan personnel

Deens-Russisch woordenboek. 2015.